Het is een ideaal truth or dare-spelletje voor stripauteurs: stel dat je de kans krijgt een hommagealbum te maken van je favoriete serie, zou je het durven? Het klinkt aantrekkelijk, je zelf mogen bewegen in de wereld die je als kind deed dromen, maar het is ook tricky business, want wie ben jij om zomaar in de voetsporen van de door jou bewonderde stripmeester te treden? Striplezers mogen dit najaar heel gerust zijn, want Blutch, Floc’h, Jean-Luc Fromental, José-Louis Bocquet, Dany, Yann, Frank Pé en Zidrou gingen op de vraag in en ontfermden zich over legendarische striphelden als Lucky Luke, Blake en Mortimer, Robbedoes en Kwabbernoot en de Marsupilami. Het resultaat is niet minder dan spectaculair.

Lucky Luke voor een onmogelijke opdracht

‘Ik mag Morris echt. Zijn tekeningen tonen lef. In de Lucky Luke-serie van de jaren zestig, en meer in het bijzonder de laatste albums uitgegeven door Dupuis, was zijn stijl eerder droog, bijna brutaal, minder zwierig dan die van Franquin. Wat vreemd is omdat zowel Morris als Franquin beïnvloed werden door Jijé, en de een voor de hoge noten ging terwijl de ander de hele noot verkoos. Er zit een hallucinante energie in de tekeningen van Morris. Ook de kleuren zijn ongelooflijk. Geen enkele inkleurder van nu durft wat hij doet. Stevige roodtinten over een heel beeld, vlakke blauwe tinten, verbazingwekkende overgangen. Het was een soort vereenvoudiging van kleur.

En Goscinny’s scripts zijn prachtig, voor mij behoren ze tot zijn beste werk.

Ik hou van de verhalen waarin de stadsmensen allemaal lafaards zijn, een beetje het naoorlogse Frankrijk, zoals in de romans van Marcel Aymé (n.v.d.r. Frans romancier en theaterauteur, 1902-1967). Goscinny heeft een vreselijk misantropische kant. Er zijn verhalen waarin dat aspect bijzonder sterk aanwezig is. Neem nu een album als Zijne keizerlijke hoogheid Smith. Alle mensen zijn in het begin aardig, maar dan kom je erachter dat ze allemaal zo laks zijn en zielig opdringerig. Zelfs Lucky Luke vraagt zich af waarom hij zich druk maakt om deze idioten. Lucky Luke is echt goed.

Toen ik aan mijn eigen western Rancho Bravo werkte, moest ik vaak aan Morris denken.’

– Blutch in het tijdschrift Jade in 1998

Het stond dus eigenlijk in de sterren geschreven dat de Franse auteur Christian Hincker – die vrij jong de bijnaam Blutch kreeg, naar het hoofdpersonage uit de stripreeks De Blauwbloezen, en in 2007 de Grote Prijs van Internationaal Stripfestival van Angoulême won – een Lucky Luke-avontuur zou verzinnen. En dankzij de reeks ‘Lucky Luke door’ krijgen de sterren gelijk.

In het najaar verschijnt het hommagealbum De ontembaren van Blutch en het is redelijk briljant. Nadat Lucky Luke een jong boefje heeft laten opsluiten, besluit hij het wat kalmer aan te doen. Te veel avonturen, te veel gezeur, verandering van klimaat zal hem goed doen. Tot er een geweer op hem gericht wordt. Het geweer is van het jonge meisje Rose Kinker dat samen met haar broertje leeft, nadat hun ouders verdwenen. Bovendien blijkt het gevangen jonge boefje hun oudere broer te zijn. Lucky Luke staat voor zijn meest uitdagende opdracht: the lonesome cowboy wordt nanny.

Blake en Mortimer in New York

Kapitein Francis Blake moet in New York voor de Verenigde Naties een speech houden over het belang van internationale wereldvrede. Rond de tijd dat Blake en Mortimer in de Big Apple arriveren, wordt een man gearresteerd omdat hij de Egyptische antieke grafzuil van Horus in het Metropolitan Museum heeft vernield. Blake en Mortimer worden bij de zaak betrokken, want de man is niemand minder dan Olrik. Met dé crimineel par excellence in de buurt komt ook de vredesconferentie in gevaar.

In de jaren negentig van de vorige eeuw had uitgeverij Dargaud al aan de Franse tekenaar Floc’h gevraagd om de Blake en Mortimer-serie verder te zetten. Logisch, want Floc’h is een van de meesters van de klare lijn.

Toen weigerde hij:

Floc’h: ‘Ik had altijd gezegd dat ik niet geïnteresseerd was in een Blake en Mortimer, dat ik op aarde was om Floc’h te zijn, niet Jacobs. Maar nadat ik de afgelopen jaren vooral autofictie had geschreven en aan het begin van de coronalockdown net twee boeken had afgerond (La femme de ma vie, Une chienne de vie), kwam er ruimte vrij om dit avontuur aan te gaan, ongetwijfeld geboren uit een geest van contradictie, maar ook uit mijn ergernis over de post-Jacobs-interpretaties. Wat me ergert is sciencefiction die geen sciencefiction meer is, omdat we zestig jaar later weten wat er van de wereld geworden is. Jacobs nam het risico zijn visioenen geconfronteerd te zien met het oordeel van de tijd die zou komen.

Kortom, ik belde mijn oude handlanger Jean-Luc Fromental, met wie ik Jamais deux sans trois had gemaakt en die mijn manier van werken perfect begrijpt. Hij ging akkoord op voorwaarde dat hij kon samenwerken met zijn partner José-Louis Bocquet.’

Minder is meer

Met het vorig jaar verschenen bloedstollende album Acht uur in Berlijn bewezen José-Louis Bocquet en Jean-Luc Fromental dat ze de wereld van Blake en Mortimer door en door kennen. Maar De kunst van het oorlogvoeren, het nieuwe Blake en Mortimer-avontuur, is er geen zoals de andere. Floc’h heeft er zo zijn eigen idee over:

‘Als ik een nieuw album wil maken, heb ik een duidelijke visie over wat ik wil bereiken. Ik heb dus mijn eisen. Voor deze Blake en Mortimer wou ik een ‘huis-clos’-verhaal, met een beperkte locatie, een verhaal dat zich afspeelt in New York. Dit alles in een heel eenvoudig psychologisch kader: Blake en Mortimer oog in oog met Olrik, weinig personages, geen drukte, geen doden, geen sciencefiction. Mijn voorkeur gaat uit naar intimistische films en theateruitvoeringen, niet naar blockbusters. Anders dan de raamverhalen die ik bedacht met François Rivière zou dit plot een andere sfeer moeten oproepen. En tot slot moest de stijl verlost worden van de zwaarwichtigheid van Jacobs. “Minder is meer”, mijn credo, geldt net zo goed voor het tekenen als voor het schrijven. Zo komen ook de scenaristen in beeld. Ik zeg dit niet om afbreuk te doen aan hun verdiensten, maar om het kader van mijn eigen engagement af te bakenen. Fromental en Bocquet hebben ondanks al die beperkingen wonderen verricht. Het is alsof we ‘handjeplak’ hebben gespeeld, dat kinderspelletje waarbij je je handen eindeloos op elkaar stapelt en de hand eronder steeds boven op de stapel komt. Bocquet begon met schrijven, Fromental nam dan het geesteskindje over en ik verscheen aan het eind en zette alles op een rijtje. Ik wou geen overbodige tekstballonnen, zelfs geen overbodige woorden. Dat was nodig om de pageturner te creëren die ik wou. Het scenario kwam dus van hen. Hoe kan het ook anders als je weet hoe weinig ik van lineaire plots hou? Ik, die alleen van gevoelens hou, zou gewoon onmogelijk een zin als “Uw communicatie over waterstofaandrijving veroorzaakte een sensatie” kunnen neerschrijven!’

Indian Summer

Om de helden uit hun vertrouwde omgeving te halen, liet Floc’h de actie in New York plaatsvinden:

‘Ik heb zoveel verhalen geschreven die zich in Engeland afspelen dat het idee om dit nog eens dunnetjes over te doen onmogelijk te realiseren was! Ik wil geen ‘anglofiele’ karikatuur van mezelf zijn. Ik koos New York – een stad die ik goed ken – om onze twee Britten onder te dompelen in een wereld die voor hen minder logisch en ongetwijfeld moderner is. Het jaar 1953 (mijn geboortejaar) markeerde de nieuwe culturele dominantie van de Verenigde Staten over het ‘oude’ continent. Het is geen toeval dat de Verenigde Naties hier net hun hoofdkwartier hadden gevestigd. Het uiterlijk en de kledij van de FBI-agent en, nog meer, van het Greenwich Village-meisje, maken Blake en Mortimer een beetje stoffig. Zelfs de keuze van de maand september doet Groot-Brittannië al verbleken. Ik heb dit uitgedrukt in een paar tekstkadertjes die ik per se wilde toevoegen. Blake zegt: “De Indian summer, een van de charmes van New York…”. En Mortimer voegt eraan toe: “Het is waar dat het in Londen nu al zal regenen”.’

Een slaapmutsje op sokken

Zijn sympathie voor een van de twee helden steekt Floc’h ook niet onder stoelen of banken:

‘Waarom geef ik de voorkeur aan Mortimer? Omdat hij menselijker en grilliger is dan Blake. Blake is een militair die Mortimer, een wetenschapper, eerder als een artiest ziet. Hij is Engels, Mortimer Schots, wat de strengheid (stijfheid?) van de een en de fantasie van de ander verdubbelt. Als FBI-agent O’Rourke hen vertelt over een vernield kunstwerk, zegt Blake: “Wat heeft dat met ons te maken?” Terwijl Mortimer vraagt: “Welk stuk?” Zijn aandacht voor dingen is van een andere orde. Daarom legde ik twee pagina’s later, toen het scenario de agent liet zeggen: “De daad gepleegd door de onbekende man is voor mij niet ernstig genoeg om hem lang in hechtenis te houden”, dit op eigen initiatief in de mond van Mortimer, met alle felheid van een kunstliefhebber: “Ik zou de beschadiging van een kunstschat van de mensheid, daterend uit de vierde eeuw voor Christus, geen onschuldige daad noemen”. Op dezelfde manier, als beide heren uitgeput thuiskomen na een lange, turbulente dag en Blake een ‘nightcap’ (een slaapmutsje voor het slapengaan) voorstelt, zou dat hen volgens het scenario naar de bar van de Penn Club leiden. Ik koos ervoor om de scène zich in Mortimers slaapkamer te laten afspelen, waar we hem met zijn sokken op bed zien liggen. Zo wil ik tonen dat Mortimer dit kan doen, terwijl het onmogelijk is om Blake in die positie voor te stellen. Het zijn deze tegenstellingen die de avonturen van ons duo zo succesrijk maken.’

Robbedoes en de ecoterroristen

Als scenarist Yann – o.a. De onnoembaren, Thorgal, hommage-albums Suske en Wiske – en Dany – o.a. Rozebottel, Bernard Prince, Rooie oortjes – gaan teamen om samen een Robbedoes door-verhaal te maken, ga dan maar op het puntje van je stoel zitten.

Robbedoes en de blauwe helleveeg is een wervelend verhaal rond oceaanvervuiling en ecoterrorisme geworden, een clash tussen een miljardair die dollars boven het behoud van de natuur stelt en een organisatie van vrouwen die alle middelen in de strijd gooit om het milieu te zuiveren van allerlei rotzooi. Robbedoes en Kwabbernoot worden in het avontuur meegesleurd omdat hun vriendin en journaliste IJzerlijm een reportage wil maken over de vrouwelijke terroristen, en ook graaf van Rommelgem betrokken blijkt te zijn. Een meeslepend avontuur, getekend in die vlotte, verleidelijke tekenstijl van Dany.

Dany, je hebt al aan zoveel prachtige reeksen gewerkt. Is dit hommagealbum dan toch nog iets speciaals?

Dany: Dit Robbedoes-album is eigenlijk een soort eerbetoon aan al die prachtige stripverhalen die mijn jeugd hebben betoverd, die me deden dromen en ervoor zorgden dat ik later dit prachtige beroep van stripauteur wilde uitoefenen. Zoals alle stripauteurs ben ik een onvoorwaardelijke fan van Franquin.

IJzerlijm

Wat trekt je zelf zo aan in de wereld van Robbedoes?

De avonturen van Robbedoes bieden een geweldige kans om een goed avonturenverhaal te vermengen met grappen, humor en zelfs een beetje spot. Bovendien hebben Yann en ik enkele heel actuele thema’s toegevoegd, zoals de strijd tegen vervuiling, tegen junkfood, tegen gewetenloze industriëlen en tegen de uitwassen van het ecologisch extremisme.

Vond je het belangrijk dat het ecologisch bewustzijn het belangrijkste thema van het album werd?

Yann en ik walgen echt van de immense vervuiling die door mensen wordt veroorzaakt, van het gebrek aan respect van zoveel mensen voor het milieu, van de miljoenen tonnen afval, plastic en ander, die overal worden weggegooid, en meer in het bijzonder in de zeeën. Als we er met dit Robbedoes-avontuur in slagen de lezers, naast hen leesplezier te brengen, ook bewust te maken van dit serieuze probleem, zouden Yann en ik heel blij zijn.

Welk Robbedoes-personage heb je zelf graag naar je hand gezet?

Het zal je niet verbazen als ik je vertel dat het journaliste IJzerlijm was. Ik kon het niet laten haar behoorlijk sexy te maken. Ik had ook veel plezier met het tekenen van admiraal Denzelle Jackson, de “Pacha” van het vliegdekschip met zijn goddelijk karakter! En Yann verraste me door een personage te introduceren uit een van mijn oude verhalen waar hij dol op was, Kay Mac Cloud, nog zo’n meisje met een heel sterke persoonlijkheid (n.v.d.r. in 1976 verscheen er één album, Jo Nuage en Kay Mac Cloud, over een ‘police academy’).

Het beest in de Marsipulami

Wat een vondst van scenarist Zidrou en tekenaar Frank Pé om de Marsupilami in een reële setting te plaatsen. In Het beest ontsnapt een onbekend, vreemd dier, dat nog het meest op een aap met een lange staart lijkt, uit een vrachtschip in de haven van Antwerpen. Het gele dier met zwarte vlekken komt in Brussel terecht en het jongetje François verzorgt hem. Maar ook professor Sneutvelmans, een expert in cryptozoölogie, is geïnteresseerd in het beest en zijn bedoelingen zijn niet zo nobel.

Het was drie jaar wachten op het tweede deel van het tweeluik Het beest, en als je het resultaat bekijkt, besef je waarom. Brussel in de jaren vijftig herleeft in elke prent en de personages lijken je vrienden te zijn, althans François, zijn moeder en leraar Van Dale toch.

Zidrou, Je hebt al een paar klassieke reeksen – waaronder Robbedoes, Rik Ringers en Suske en Wiske – een eigen leven gegeven. Wat is de uitdaging als je die helden tot de jouwe maakt? Wat is de grootste moeilijkheid?

Zidrou: Het met plezier doen. Mezelf amuseren zodat ik ook de tekenaar kan amuseren. Is dat er niet, dan zal je er ook niet in slagen de lezer te vermaken. Dat hoeft niet moeilijk te zijn, het is eigenlijk … meer een vereiste … het werk niet te zien als een opdracht maar een kans om het kind dat ikzelf was, verzot op stripverhalen, een plezier te doen.

We hebben er een tijdje op moeten wachten, maar nu is het zover: het tweede deel van jullie Marsupilami gaat verschijnen. Een groots moment. Welk gevoel overheerst bij jou? Opluchting? Trots? Spijt dat je ‘langstaart’ nu zijn eigen gang moet laten gaan?

In de eerste plaats bewondering voor het werk van Frank en Elvire, de inkleurster. Maar om eerlijk te zijn, ik heb het album zelf nog niet in handen gehad, ik heb het verhaal enkel in het weekblad Spirou zien verschijnen, dus moet ik je de andere emoties even verschuldigd blijven. En wie zegt dat ik ‘langstaart’ nu zijn eigen weg zal laten gaan?

Ode aan de vriendschap

Meesterlijk hoe je het avontuur in een heel realistische omgeving laat evolueren. Draagt dat bij tot de thematiek die je wilde brengen?

Ik wilde in de eerste plaats Frank een plezier doen, hem het soort beelden geven dat hij graag tekent, hem ‘zijn’ Brussel van de jaren vijftig op een presenteerblaadje aanbieden.

Bovendien wilde Frank dat onze Marsupilami een echt beest zou worden. Dat vond ik meteen uitstekend, dus ben ik hem daarin gevolgd.

Brussel werd inderdaad zelf een personage in dit boek.

Het is nu vooral Frank Pé’s Brussel geworden. Ik ben meer een man van de natuur, het platteland. Aan de andere kant sijpelde de heimwee naar mijn kindertijd ook door in dit verhaal. Wie heeft er trouwens geen nostalgie naar zijn kindertijd?

De ode aan de vriendschap is het hoofdmotief in dit tweeluik. Is er een tekort aan vriendschap tussen de mensen?

Ja. De vriendschap is zowel het zout als de mayonaise op het pakje friet van ons leven. Maar er is wel een grote vriendschap gegroeid uit deze albums, die tussen Frank en mij.

Is dat niet prachtig?

6 De ontembaren (door Blutch)

Voor Lucky Luke is het tijd om te rusten, na nog één laatste missie... Dat denkt hij tenminste. Tot een eigenwijs klein meisje een pistool op hem richt en roept: ‘Handen omhoog, coyote!’ Maar Lucky Luke heeft al snel de situatie onder controle. Hij ontdekt dat dit kleine meisje, Rose, alleen met haar broertje Casper in een afgelegen hut woont, nadat hun ouders zijn verdwenen. Lucky Luke besluit de kinderen terug te brengen naar de sheriff in de stad. Maar eerst moet hij nog een tijdje kinderoppas spelen voor deze bijzonder onstuimige kinderen. Een totaal onverwachte rol voor onze cowboy!

€ 9,99

De kunst van het oorlogvoeren

Het eerste avontuur van Blake en Mortimer in New York, getekend door een grootmeester van de klare lijn! In New York moet kapitein Francis Blake een toespraak houden voor de VN, ter ondersteuning van de wereldvrede. Tegelijkertijd vernielt een man in de afdeling Egyptische oudheden van het Metropolitan Museum de grafzuil van Horus, voordat hij door de politie wordt gearresteerd. Blake en Mortimer, die door de FBI op de hoogte zijn gebracht van het incident, kennen de man maar al te goed. Het is Olrik, maar hij bevindt zich in een catatonische toestand en heeft zijn geheugen verloren. Aan de vooravond ... lees meer van de opening van de vredesconferentie gaan Blake en Mortimer op onderzoek uit. De tijd dringt, want alles wijst op een ernstige bedreiging voor de VN... Als bewonderaar van Jacobs' universum combineert Floc'h in deze hommage zijn passie voor de ‘klare lijn’ met zijn meesterschap wat betreft inkleuring. José-Louis Bocquet en Jean-Luc Fromental schreven voor hem een razend spannend scenario op maat.

€ 16,99

18 Robbedoes en Blue Gorgon

Wanneer Ijzerlijm een reportage maakt over een ecoterroristische groep, ontdekt ze dat hun activiteiten worden gefinancierd door de graaf van Rommelgem, de goede vriend van Robbedoes en Kwabbernoot! Het beroemde duo, dat het onderzoek overneemt, raakt op een vliegdekschip onbedoeld verwikkeld in een hevige strijd tussen een miljardair die sterk vervuilende chemische meststoffen produceert en een volledig vrouwelijke organisatie die junkfood en oceaanvervuiling met originele middelen bestrijdt. 

€ 11,99

2 Deel 2

Het slot van het tweeluik van Frank Pé en Zidrou over de Marsupilami, wilder en origineler dan ooit! België, jaren 50. Een vreemde gele aap met zwarte vlekken en een te grote staart ontsnapt uit een vrachtschip in Antwerpen en zet koers naar Brussel. Daar wordt het wilde beest eerst opgevangen door François, een jongen die ontzettend van dieren houdt, maar niet veel later wordt hij gevangengezet in een asiel. François is vastbesloten om zijn nieuwe vriend te bevrijden en hem mee te nemen naar het huis van zijn vader in Duitsland. Hij weet echter niet dat het fabelachtige beest ... lees meer ook wordt begeerd door professor Sneutvelmans, een expert in cryptozoölogie die ervan overtuigd is dat hij de legendarische Cola-Cola in handen heeft! In dit tweedelige stripverhaal brengen Frank Pé en Zidrou een prachtig eerbetoon aan het fabelachtige dier dat Franquin creëerde. Centraal in dit avontuur staat de buitengewone vriendschap die kan ontstaan tussen een kind en een dier.

€ 36,00